Staalvraag tijdens coronacrisis tot helft gedaald
De effecten van de Coronacrisis voor de staalindustrie worden steeds helderder en pijnlijker. Ondanks alle productiebeperkingen bij de staalfabrieken, met de hoop vraag en aanbod beter in balans te brengen, verkeert de staalmarkt nog in een zeer depressieve stemming, staan prijzen nog steeds onder druk en lijkt er op korte termijn geen zicht op een verbetering van de vraag.
Zwaar stagnerende verkoop van nieuwe wagens
Een van de grote veroorzakers van de aanhoudende crisis in de staalmarkt is de zwaar stagnerende verkoop van nieuwe auto’s, waarmee aangetoond wordt hoe afhankelijk de staalindustrie van de automobielproductie is. De verkoop nieuwe auto’s in een relatief kleine markt als Nederland daalde in het 1e kwartaal 2020 met 10% t.o.v. dezelfde periode 2019. Toen al daalde echter de verkoop in vergelijking met 2018 met 14%. Een gemiddelde over dat kwartaal van 10% lijkt weinig, echter in jl. april daalden de verkopen met 53% en in mei zelfs met 59% t.o.v. de vergelijkbare maanden 2019. In Spanje en het Verenigd Koninkrijk werden dezelfde of nog dramatischer cijfers gemeld. In Italië werden er in de maand april slechts 400 auto’s gemaakt. De waarde van wereldvoorraad onverkochte nieuwe personenauto’s schijnt op dit moment ca. € 15 miljard te bedragen. Een herstel van de autoverkopen hangt sterk af met hoe de diverse regeringen omgaan met een eventueel steunpakket aan de auto-industrie en aankopen zullen stimuleren.
De vraag naar staal in zijn geheel is gedurende de Coronacrisis gedaald tot zelfs 50%, wat geleid heeft tot grote voorraden bij eindverbruikers, servicecenters en handelaren. Weliswaar hebben verschillende automobielfabrikanten de productie weer opgestart, maar de effecten daarvan bij de toeleveranciers zullen van tijdelijke aard zijn, omdat veelal nog geleverd wordt op basis van orders van vóór de Coronacrisis. Dus blijft ook nog de vraag hoe de afname op langere termijn zich zal gaan ontwikkelen.
