coronavirus in de maakindustrie:
crisis of opportuniteit?
Het coronavirus ontwricht onze economie. Veel sectoren lijken stil te vallen en bedrijven zien hun omzet teruglopen. Toch bleek uit een rondvraag bij onze lezers dat de machines in de maakindustrie voor een groot stuk gewoon door blijven draaien, terwijl de wereld dat niet langer lijkt te doen. Professor Johannes Cottyn van de masteropleiding machine- en productieautomatisering aan de UGent Campus Kortrijk zocht uit hoe dat komt.

Opportuniteiten tijdens de crisis
"In tegenstelling tot tijdens de financiële crisis in 2008 is het nu tijdens de uitbraak van het coronavirus moeilijk om je processen te herbekijken als je amper mag samenkomen. Maar deze disruptieve situatie kan je wel aan het denken zetten over de activiteiten die bij het productieproces komen kijken", vertelt prof. Cottyn. Hij haalt als voorbeeld enkele zaken aan:
- Kunnen bepaalde taken kostenefficiënt geautomatiseerd worden?
- Wat kan vanop afstand gebeuren?
- Kun je robots iets aanleren?
- ...
"Waar de focus vroeger lag op het vraagstuk hoe robots en machines het werk van mensen kunnen overnemen om grondstoffen om te vormen tot eindproducten, ligt de focus vandaag op de administratie en software. Het digitaal aansturen van alle activiteiten: van productontwerp tot productie, van klantenorder tot levering. De doelstelling is een totale fabrieksautomatisering."

Automatisering als ultieme oplossing
Professor Cottyn merkt op dat bedrijven met een hoge graad van automatisering op korte termijn beter bestand zijn tegen dergelijke crisissen. Ze zijn minder afhankelijk van mensen en de machines kunnen ongestoord verder draaien. "Maar ook zij botsen uiteindelijk op de muur van een dalende vraag en zullen hun productie moeten verlagen. Of ze krijgen problemen met materiaaltoelevering, omdat ze er als kostenefficiënt bedrijf lage voorraadniveaus op nahouden. En dan is er nog het onderhoud van de machines door gespecialiseerde technici uit het buitenland. Bedrijven die geïnvesteerd hebben in veilige toegang tot hun machines voor ondersteuning vanop afstand, plukken daar nu de vruchten van", klinkt het.
En dus moeten bedrijven volgens Cottyn op zoek naar de optimale graad van automatisering, afhankelijk van de bedrijfsactiviteit, marktsituatie en strategie. "Maar die optimale graad is een moeilijke denkoefening en kan zelfs fluctueren in de tijd", voegt hij er meteen aan toe. "Het kostenefficiënt automatiseren van variatiegevoelige processen vereist meer flexibiliteit. Tot op vandaag alvast is de mens daarvoor nog steeds het ultieme productiemiddel. Het komt er dus op aan om hen zo goed mogelijk te ondersteunen, zowel fysiek als cognitief." Kan augmented reality daarbij helpen? Of artificiële intelligentie?
"Automatisering is belangrijk, maar niet de heilige graal tijdens een (corona)crisis. Het zal je langer op de been houden, maar je blijft afhankelijk van externe factoren als marktvraag, onderhoud, materiaaltoelevering, ... Automatische productie-installaties mogen dan wel immuun zijn voor coronavirussen, hun kwetsbaarheid is de laatste tijd toch ook al regelmatig bewezen door allerhande malware en computervirussen. En om daarvan te herstellen zijn ze ook 100% afhankelijk van de mens", besluit professor Cottyn.
Zelf aan de slag met flexibele automatiseringsconcepten?
De onderzoeksgroep Industrial Systems Engineering (ISyE) beheert op Campus Kortrijk een applicatielab. Daar worden testen uitgevoerd met nieuwe technologieën zoals collaboratieve robots, mobiele robotplatformen, digital twins, ... Interesse? Neem contact op via isye@ugent.be of surf naar ea18.ugent.be.